Ontstaan

Onze tuin is een vrij grote "kijktuin". Hij is gelegen in een zogenaamd "parkgebied" in de grensstreek tussen België en Nederland, in de gemeente Arendonk. Toen we in 1981 ons huis kochten, was er van een "tuin" geen sprake.

De ruim 1 Ha grote eigendom (11124 m²) bestond hoofdzakelijk uit weiland met her en der honderdjarige bomen (vooral paardenkastanjes, beuken en eiken). Deze bomen vormen nog steeds de ruggengraat van onze tuin.

Het ontwerp en de aanleg zijn volledig eigen werk.

Zij, die de Noorderkempen kennen, weten dat we hier te maken hebben met arme zandgrond, waarop amper een plant wil groeien. Deze schrale bodem omtoveren tot voedselrijke, vochthoudende tuingrond was een enorme uitdaging. Honderden, zoniet duizenden m³ compost, GFT en champignonmest, gecombineerd met liters zweet, hebben voor deze metamorfose gezorgd.

Stap voor stap werd de ene border na de andere aangelegd. De eersten uiteraard in de nabijheid van de woning, de laatste 5 jaren, over gans het perceel. Met uitzondering van het gazon rond de woning, is inmiddels gans het domein aangeplant.

Zoals reeds eerder gezegd, zijn alle grond- en nivelleringswerken en alle ontwerpen en aanplantingen zelf uitgevoerd zonder enige hulp of advies van tuinarchitecten of professionelen. Ook het onderhoud wordt volledig zelf gedaan.

De jarenlange zoektocht naar gewenste (vaak zeldzame) planten, bij kwekerijen in binnen- en buitenland, vormde een aangename afwisseling met het harde labeur van de aanleg en het onderhoud van de tuin.

Inmiddels herbergt onze tuin ruim 2500 verschillende plantensoorten.

De tuin is het jaar rond een lust voor het oog.
Om het geheel nog aantrekkelijker te maken, staan in de tuin een 30-tal beelden (marmer, lavasteen, brons, …).

Uiteraard mocht een grote vijver met waterval niet ontbreken. Recent is ook een grote rotstuin aangelegd met ruim 200 rotsplanten.

Een bijna 3,5 m hoog bronzen fontein, van ruim 100 jaar oud (Jugendstil), vormt dé blikvanger van het gazon.

Fontein

Naamgeving en historiek

«‘t Poeier» als naam voor onze parktuin, is een weldoordachte en geschiedkundig verantwoorde benaming.

Elke Arendonkenaar kent al generaties lang «‘t Poeier» als synoniem voor de dynamietpoederfabriek die eind 1872 in Arendonk werd opgericht. Deze dynamietfabriek, in de volksmond het "Poeier" genoemd, heette bij de oprichting "Société d' Arendonck". Later werd het "Société d' Arendonck d' Explosifs S.A.". Het springstoffengedeelte werd in 1963 overgenomen door de groep "Poudreries Réunies de Belgique" (P.R.B.).

Wanneer je in Arendonk door de Wampenberg, richting Nederlandse grens rijdt, en je onmiddellijk over de hoge brug (brug 5), over het kanaal Dessel-Schoten, rechts afslaat, ben je in de Poederstraat. Deze straat dankt haar naam eveneens aan de dynamietfabriek.

Ons huis en onze tuin, gelegen helemaal aan het einde van de Poederstraat, waren jaar en dag eigendom van dit dynamietfabriek. Het huis is de voormalige woning van de ingenieurs van «‘t Poeier». Aanvankelijk woonde hier de heer Louis Bourgeois en na zijn overlijden werd het huis een paar jaren bewoond door de familie Philppe Speeckaert-Emsens (verantwoordelijke van het labo R&D). Daarna werd het bewoond door de familie Jos Goossens (bedrijfsleider) en daarna door de familie Joseph Langelé (laatste verantwoordelijke van het labo R&D).

Het oorspronkelijk huis van de familie Bourgeois, werd na een kortsluiting, rond 1930, totaal verwoest door een brand. Vrijwel onmiddellijk werd gestart met de bouw van een nieuwe woning, die werd opgetrokken in de nieuwe bouwstijl van het Interbellum (periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog). Deze bouwstijl noemt men de "Nieuwe Zakelijkheid", het "Nieuwe Bowen", het "Functionalisme" of ook wel het "Modernisme".

Ons huis is een toonvoorbeeld van deze modern-uitziende bouwstijl. Bij deze stijl staat alles in het teken van doelmatigheid en functionaliteit. De vorm is ondergeschikt aan het praktische doel. Deze bouwstijl ontstond in Duitsland rond "Das Bauhaus", met een uitstraling over bijna gans Europa. Bekende architecten zijn o.a. Le Corbusier (Zwitserland), Rietveld en Berlage (Nederland) en Henry Van de Velde (België). Het credo van deze bouwstijl was: licht, lucht en ruimte. Kenmerkend voor deze bouwstijl zijn o.a.: rechte lijnen; geometrische en abstracte vormen; lichte constructies van staal, beton en glas; platte daken met overstekende dakgoten; grote ramen en ruime vertrekken; een voorkeur voor het gebruik van wit (als het symbool van het onstoffelijke); evenwicht in de strakke structuren; weinig of geen ornamenten (versieringen); afwisseling tussen loodrechten en horizontalen in het lijnenspel en evenwicht tussen open en gesloten vlakken.

Eind 1981 kochten wij deze site en werd met de restauratie van het huis begonnen. Stapsgewijs werd ook de ruim 11000 m² grote tuin aangelegd.

Huis

Aanplantingstips

Bij de aanplant is rekening gehouden met navolgende "huisregels":

Lievelingsplanten

Hiervan werden vele soorten of variëteiten aangeplant:

Vlinder- en libellenparadijs

De enorme soortenrijkdom aan bloemen, maakt van de tuin ook een echt vlinderparadijs. Vanaf het vroege voorjaar tot in de herfst tref je hier zowat alle inheemse dagvlinders aan, vaak zelfs in grote getale.

De laatste jaren komen er ook steeds meer trekvlinders uit het zuiden, een bezoek brengen aan de parktuin. Bij deze laatsten zijn vooral de kolibrievlinder en de oranje luzernevlinder geregelde gasten. Sporadisch wordt zelfs een keizersmantel gezien.

Kolibrievlinder

Tot geregelde bezoekers behoren de koolwitjes, de citroenvlinder, de distelvlinder, de kleine vos, de atalanta, de dagpauwoog, het landkaartje, het groot dikkopje, blauwtjes, het bont zandoogje, het bruin en oranje zandoogje, het hooibeestje, de kleine vuurvlinder, de oranjetip, de gamma-uil, de gehakkelde aurelia, de argusvlinder en de koninginnenpage.

Atalanta en distelvlinder Koninginnenpage Gehakkelde aurelia Kleine vos

Onze grote vijver trekt vele libellensoorten en waterjuffers aan. Vermoedelijk zijn dezen in oorsprong afkomstig uit het grote moerasgebied en de vijvers in de onmiddellijke omgeving.

Natuurvriendelijke tuin

Biologisch evenwicht en biodiversiteit zijn tegenwoordig een hype.

Steeds meer natuurgebieden worden namelijk ontgonnen, ontwaterd of herleid tot landbouwgebied. Dit steeds ten koste van de oorspronkelijke fauna en flora.

Voor de "bewoners" van dergelijke gebieden, is het dus sterven of vertrekken.

Onze tuin, gelegen in de nabijheid van een vrij uitgestrekt natuurgebied, is voor deze "overlopers" een toevluchtsoord. Allerlei vogelsoorten vinden in onze tuin het ganse jaar door voedsel en beschutting. Tevens biedt hij voor vele soorten een rust- en broedplaats.

Onze tuin vormt een ideale natuurlijke overwinteringplaats voor talrijke dieren.

Herbiciden en pesticiden worden niet of uiterst zelden gebruikt.

De aanwezigheid van vele vogelsoorten, massa's bruine kikkers en padden, zorgen ervoor dat het slakkenbestand onder controle wordt gehouden.

Compost

Al ons plantenafval wordt op een grote hoop gecomposteerd. Het gaat hier jaarlijks om een kleine vijftig m³ materiaal, al dan niet gehakseld.

Composthoop

Daarnaast heeft de tuin een bladcomposthoop, die deels onder en deels boven de grond zit. Hij is 8 bij 4 meter en ongeveer 1 meter diep. Hij zorgt voor de natuurlijke omzetting van allerlei afgevallen bladeren (inlandse eik, Amerikaanse eik, beuk, paardenkastanje, tamme kastanje, plataan, linde, canada, esdoorn, ...).

Elk najaar moet er ongeveer 50 m³ bladeren verzameld worden.

Bladcompost

De "omzetting" (compostering) moet dus op ruim een half jaar rond zijn.

Bladcompost

Het eindproduct (± 20 m³), is een licht zure (blad)compost, die uitermate geschikt is voor rododendrons, varens en andere zuurminnende planten.